Waarom zou ik isolatieplaten gebruiken op een betonnen ondergrond?

De manier waarop de isolatieplaten op de ondervloer worden bevestigd, hangt af van het type ondergrond.

Op een betonnen ondergrond worden de isolatieplaten gelegd met een geschikte flexibele tegellijm. De platen moeten met verspringende voegen worden gelegd en zodra de flexibele tegellijm is uitgehard, moeten de voegen worden verstevigd met glasvezelband.

Op een houten ondervloer moeten de isolatieplaten worden gelegd met een geschikte flexibele tegellijm en net als bij betonnen ondervloeren moeten de isolatieplaten verspringen in de voegen. Als de lijm is uitgehard, maar nog niet helemaal droog is, moeten de platen worden vastgeschroefd met houtschroeven en ringen. De isolatieplaten moeten worden vastgeschroefd met een hartafstand van 200 mm. De schroefring moet in de plaat worden vastgedraaid tot de schroefkop gelijk ligt met het oppervlak. Daarna moeten de verbindingen verstevigd worden met glasvezelband.